Nokia 5630 XpressMusic - Actieve werkbalk

background image

Actieve werkbalk

De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar verschillende items en
instellingen voordat u een afbeelding vastlegt of een video opneemt. Ga naar de
pictogrammen en selecteer deze door op de bladertoets te drukken.

Selecteer

Opties

>

Werkbalk weergeven

als u de actieve werkbalk wilt weergeven

voordat en nadat u een afbeelding hebt vastgelegd of een video hebt opgenomen.
Selecteer

Opties

>

Werkbalk verbergen

als u de actieve werkbalk slechts

5 seconden wilt weergeven wanneer u op de bladertoets drukt.

In de actieve werkbalk kunt u de volgende opties selecteren:

Naar videomodus

(

Naar afbeeldingsmodus

) - Hiermee kunt u tussen de

videomodus en de fotomodus schakelen.

Scènemodus

- Hiermee kunt u de scène selecteren.

Flitsermodus

- Hiermee kunt u de flitsermodus selecteren (alleen

afbeeldingen) Als u de rode-ogenreductie wilt activeren, selecteert u

Rde-ogenrd.

.

background image

53

C a m e r a

Maak geen foto of zoom niet in als u heel dicht bij het onderwerp bent. De rode-
ogenreductie is mogelijk pas zichtbaar nadat de foto is opgeslagen in de Galerij.

Houd een veilige afstand aan wanneer u de flitser gebruikt. Richt de flitser niet van dichtbij
op mensen of dieren. Dek de flitser niet af wanneer u een foto maakt.

Zelfontspanner

- om de zelfontspanner te activeren (alleen hoofdcamera).

Selecteer de vertraging van de zelfontspanner en selecteer

Activeren

om de

zelfontspanner te activeren.

Reeksmodus

- om de reeksmodus te activeren (alleen afbeeldingen).

Zie ’Afbeeldingen in een reeks vastleggen’ op pag. 54.

Ga naar Galerij

- Hiermee opent u de Galerij.

Als u de panoramamodus wilt gebruiken, selecteert u

Opties

>

Panoramamodus

.

geeft de panoramamodus aan. Druk op de cameratoets om een panoramafoto

te maken. Draai langzaam naar rechts of links. U kunt de richting niet veranderen.
Druk nogmaals op de cameratoets om de panoramafoto te stoppen. Deze optie is
alleen beschikbaar voor de hoofdcamera.

Selecteer

Opties

>

Werkbalk aanpassen

als u de werkbalk wilt aanpassen. U kunt

een item van de werkbalk verwijderen of items wijzigen, toevoegen of verplaatsen.

De beschikbare opties variëren afhankelijk van de huidige opnamemodus en
weergave.

Wanneer u de camera sluit, worden de standaardinstellingen weer actief.

Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur- en belichtingsinstellingen
vervangen door de geselecteerde scène. Zie ’Scènes’ op pag. 54. U kunt de
instellingen zo nodig wijzigen nadat u een scène hebt geselecteerd.